Overslaan en naar de inhoud gaan
database
genetica
DNA
genen
DNA string

In dit algemeen artikel willen we dieper ingaan op het DNA, het DNA profiel, ouderschapsbepaling, homing ability genen (snelheidsgen) en dit zowel theoretisch als praktisch bekeken.

 

Wat is DNA?

 

Iedere cel van ieder levend wezen bevat DNA (Deoxyribonucleic acid), dit is een heel kleine, maar tevens complexe structuur (als het ware een specifieke opeenvolging van vier verschillende puzzelstukjes) die heel veel informatie bevat over het individu.

Door het DNA te ontrafelen heeft men vastgesteld dat er bepaalde plaatsen in het DNA voorbehouden zijn voor bepaalde eigenschappen en kenmerken.

Wij verklaren ons nader; men weet bvb dat men op die bepaalde plaats kan zien over welke diersoort het gaat, nog een andere plaats zal aanduiden of het over een mannelijk of vrouwelijk individu gaat. Bepaalde plaatsen zullen dus gelijk zijn voor de soortgenoten, maar daarin wordt dan onderscheid gemaakt tussen de geslachten, en andere plaatsen zullen dan aanduiden wat bvb de kleur van de ogen zal zijn, en nog andere plaatsen gaan specifiek en uniek zijn voor een bepaald individu.

Alle eigenschappen van een individu, in dit geval de duif, zitten dus vervat in zijn/haar genetisch materiaal. Het DNA is onder andere bepalend voor de zichtbare eigenschappen van het dier, zoals het uitzicht van het dier, wat de kleur van de veren zijn, welke ogen de duif zal hebben, maar ook de onzichtbare eigenschappen zitten hierin verscholen, zoals de vliegcapaciteiten, de kweekmogelijkheden, het uithoudingsvermogen etc. Deze laatste, onzichtbare factoren zijn natuurlijk heel belangrijk en mocht de duivenliefhebber duidelijke, wetenschappelijk vaststaande bewijzen kunnen krijgen van de aan- of afwezigheid van dergelijke eigenschappen, dan zou hij inderdaad een groot stuk vooruit geholpen kunnen zijn bij de keuze van het koppelen van de duiven, het inzetten in de wedstrijden etc.

Dit betekent op zijn beurt dat men in de toekomst eveneens een grote vooruitgang kan maken qua tijdswinst, met andere woorden, dat men al voordien een duidelijke objectieve aanwijzing zou kunnen hebben indien een duif in zijn/haar genetische informatie beschikt over goede kwaliteiten, dus of het wel of niet om een goede vlieger en/of een goede kweker zou kunnen gaan, wat de inzet in de vliegwedstrijden, of een vluggere overgang naar het kweekhok eventueel kan betekenen. In andere sporttakken bij mens en dier is men daar al heel ver in gevorderd. Zo weet men bij volbloed renpaarden aan de hand van een aantal genen of een veulen ooit geschikt zal zijn om toptijden te lopen. Aan de hand van deze testen wordt dan beslist om een volbloed al niet in de rensport te brengen.

 

De laatste jaren is de wetenschap er ook bij duiven in geslaagd om steeds meer te ontrafelen. Zo heeft men reeds net zoals bij de mens en andere dieren het volledige genoom van de duif kunnen ontrafelen. Dit betekent dat men de volledige code heeft bepaald, maar dit betekent allerminst dat men de volledige betekenis kent van deze code. Toch zijn er al enkele stapjes gezet om meer informatie te verzamelen, maar dit staat in zijn kinderschoenen in vergelijking met bijv. de mens.

 

Internationale database PiGen

 

PiGen staat voor Pigeon Genetics, een centrum voor de verbetering, counseling en de betrouwbaarheid van de genetische kwaliteit van de reisduiven. PiGen is opgestart door twee dierenartsen, Ruben Lanckriet en Pascal Lanneau, om tegemoet te komen aan de vele vragen betreffende het wetenschappelijk aantonen van het ouderschap van de duiven.

PiGen zal niet alleen alles rond de ouderschapsbepalingen coördineren, en certificaten uitschrijven, maar ook alle wetenschappelijke informatie over het DNA van de duif verzamelen, onder de loupe nemen en verder proberen te ontrafelen en te helpen bij verder wetenschappelijk onderzoek.

De bedoeling is om eveneens te trachten meer uniformisering te krijgen rond deze onderzoeken, een gemakkelijkere internationale uitwisseling van gegevens en constructieve samenwerking met dierenartsen. Zo ijvert PiGen voor een internationale merkersset en een hoge betrouwbaarheid door het uitwerken van standaardprocedures voor dierenartsen en het samenwerken met gecertificeerde labo's (ISO 9001 en ICAR) voor ouderschapsbepalingen.

 

Ouderschapscontrole

 

Wanneer een individu wordt geboren, dan krijgt ze een deel van het DNA mee van de moeder en een ander deel van de vader. Vandaar ook dat de mensen veel zeggen, "Er zijn veel gelijkenissen met één of beide ouders", waarbij de mensen zowel voortgaan op de uiterlijke gelijkenissen als eventuele karaktertrekken.
Soms kan men reeds van op afstand zien dat er geen verwantschap mogelijk is aan de hand van uitwendige, zichtbare eigenschappen van de duif, maar in veel gevallen is dit niet het geval. Wil men dan toch zekerheid over de afkomst, dan kan de wetenschap een handje helpen.
Voor uiteenlopende redenen kan het soms noodzakelijk zijn dat men weet of die bepaalde duif wel degelijk die bepaalde ouders heeft.
denk maar bvb

* bij de verkoop van bepaalde topduiven,
* bij de verkoop van nakomelingen van topduiven,
* bij de verkoop van eieren/sperma van topduiven,
* bij het inzetten van een bepaalde duif in de wedstrijden,
* bij diefstal,
* gewoon omdat men de juiste ouders niet kan bepalen omdat de duiven niet in aparte kweekboxen werden gehouden, het zogenaamde "vreemdgaan"
* bij het moeten verwijderen van de vaste voetring, om medische redenen
* als bewijs van vruchtbaarheid
* etc...

Door het vastleggen van het DNA patroon (of "DNA profiel), of de zogenaamde genetische identificatie van de nakomeling in kwestie, en deze te vergelijken met het DNA patroon van de vader en / of moeder kan men met een grote zekerheid (meer dan 99,5 % voor beide ouders) uitmaken indien die bepaalde duif wel degelijk afkomstig is van die vader en / of die moeder.

Het vastleggen van het DNA patroon is gebaseerd op het bepalen van welbepaalde merkers, in dit geval microsatellieten. Door deze te vergelijken tussen de ouders (of één van de ouders) en hun nakomeling, kan men wetenschappelijk vaststellen indien bepaalde duiven wel degelijk vader / moeder zijn van die bepaalde duif.

Vanaf een 6-tal merkers met genoeg onderlinge variabiliteit (dit laatste is eveneens belangrijk) wordt de test als betrouwbaar ervaren, maar door een tiental merkers te laten bepalen is er een bijzonder hoge betrouwbaarheid, zijnde minstens 99,5 % voor beide ouders. Dit laatste is belangrijk om ook juridisch stevig in de schoenen te staan.

PiGen heeft in samenspraak met verscheidene wetenschappers ervoor gekozen om in zee te gaan met die labo's die minstens een 10-tal merkers konden aanbieden, met een mogelijke uitbreiding tot 20 merkers indien dit nodig zou blijken (nog grotere betrouwbaarheid) en die bovendien een officiële certifiëring bezitten voor dergelijke DNA testen.

Vandaar ook dat er een verschil is qua kostprijs afhankelijk van labo, maar deze kostprijs is vooral met de zekerheid gerelateerd. De kostprijs van het DNA onderzoek wordt vooral bepaald door de PCR testen die moeten gedaan worden op bepaalde merkers. Hoe meer merkers er worden geverifieerd, hoe meer zekerheid er kan worden gegeven omtrent de ouderschapsbepaling, maar hoe duurder ook de test zal zijn. PiGen streeft naar een zo goed mogelijke prijs-kwaliteit verhouding.

Bij ouderschapstesten moet steeds worden vermeld wie de mogelijke vader/moeder zou kunnen zijn. Door de vergelijking van de merkers kan dan worden bevestigd of deze duif wel degelijk een nakomeling is van de aangegeven duiven.

 

Snelheidsgenen of prestatiegenen (homing ability)

 

Zoals reeds eerder vermeld is men er reeds in geslaagd om bepaalde genen bloot te leggen die iets meer vertellen over het "presteren van de duif", met name de "homing ability", het terug naar huis komen. Dit staat nog in zijn kinderschoenen, maar het is duidelijk dat dit een grote voorsprong zou kunnen betekenen als dit verder kan worden uitgepluisd. Op deze manier is er een wetenschappelijke extra troef die de aankoop en inbreng van een bepaalde duif in een kolonie kan ten goede komen.
Dit kan en zal zonder meer een extra troef zijn om liefhebbers te kunnen overtuigen van de mogelijke intrinsieke capaciteit van topduiven, en de nakomelingen van deze topduiven. Over een wetenschappelijk ontdekt prestatiegen bij duiven volgt meer in een volgend artikel.

 

©Ruben Lanckriet en Pascal Lanneau
PiGen.be